zaterdag 20 mei 2017

Kloosters en kerken

Het oudste stenen gebouw in Amsterdam is een kerk, heel lang was het hoogste gebouw van Amsterdam een kerk en de kerken met hun torens zijn misschien wel het meest kenmerkende voor Amsterdam, zeker vanaf een afstand. Dat was vaak het eerste wat mensen zagen als ze met de boot het IJ over kwamen.

Maar lang niet alle kerken zijn even goed te zien. In de stad zijn namelijk ook tal van schuilkerken. In 1578 werd Amsterdam van een katholieke stad een protestantse stad. De katholieke Oude Kerk we
Ons' Lieve Heer op Solder
rd protestants en overal in de stad verschenen protestantse kerken met hoge kerktorens, die wij tot op de dag van vandaag nog steeds zo goed herkennen. Op sommige plekken werd het verboden om nog katholieke kerken neer te zetten, maar niet in Amsterdam. Daar werden ze gedoogd, onder voorwaarde dat ze niet te overduidelijk aanwezig was. De katholieke kerken verdwenen in het verborgene, maar zijn nog steeds toch wel goed terug te vinden. Vlakbij de eerder genoemde Oude Kerk ontstond in een woonhuis een schuilkerk, nu nog bekend als Ons' Lieve Heer op Solder. Op het Begijnhof staat een kerk die van buiten het hofje helemaal niet te zien is. En midden op de Kalverstraat staat een kerkje waar bij de voordeur nooit te vermoeden is hoe groot het eigenlijk is.Pas in de 19e eeuw mochten er weer katholieke kerken groots worden gebouwd. Het belangrijkste voorbeeld hiervan is wel de Sint Nicolaasbasiliek.
Bethanienklooster

Om dezelfde reden waarom de katholieke kerken verdwenen , de alteratie in 1578, verdwenen nog meer in het oog springende geloofsgebouwen in de stad waar nu vaak niets meer van terug te vinden is; de kloosters.  Ik noem er hier een paar. Het Bethanienklooster, slechts de zijstraten van de Nieuwmarkt en een blinde muur van de kapel herinneren hier nog aan. St. Luciensteeg, zijstraatje van de Kalverstraat, gaf vroeger de plaats van het St. Lucienklooster aan . Op de plek van de Kalvertoren, voorheen zwembad en Rasphuis, stond het Clarissenklooster. Het Maria-klooster werd het Binnengasthuis en is inmiddels ook van de UVA. Het volledige pand waar nu de Stadsbannk van Lening zit, aan de Kloveniersburgwal, dat was vroeger toch echt het Maria Magdalena klooster. Daar schuin tegenover stond het Agnietenklooster, alleen de Agnietenkapel wat nu het Atheneaum Illustre van de UVA is, staat er nog. In dat gebied, wat ook wel de Stille Zijde werd genoemd, stonden zoveel kloosters dat een straatnaam daar nu nog eer aan doet; Het Gebed zonder End.

Een ander overblijfsel van het geloofsleven in de stad zijn de liefdadigheidsinstellingen en hofjes. Volgende keer gaan we kijken wat er schuil gaat achter de verborgen deuren die ons gaan leiden naar de vele hofjes in de stad.













Geen opmerkingen:

Een reactie posten